Evacuatie

Barry Smit

19 augustus 2025

Mijn beurt om de camera vast te houden

Ik probeerde door het achterruit van onze auto de enorme rookwolk vast te leggen die opsteeg uit het bos ten zuiden van ons dorp. M'n vrouw reed en m'n broer zat naast haar, zodat ik op de achterbank onze nerveuze hond kalm kon houden. In de achterbak jammerden onze drie katten over hun gedwongen opsluiting. Verder hadden we ieder een rugtas en een fles water mee, veel meer paste niet in onze Citroën C4. De raampjes stonden open, maar bij 41 graden gaf dat weinig verkoeling.

We hadden besloten onszelf te evacueren, een halfuur nadat de buurvrouw ons op een rookpluim had gewezen die vanaf ons terrein door wat volle bomen niet meteen zichtbaar was geweest. 

We wonen langs een half verharde, doodlopende weg buiten een dorpje van niks, halverwege Bordeaux en Cognac. Onze huizen staan op uitgedroogde weilanden omzoomd door pijnboombossen. We hadden de laatste weken geen druppel regen gezien, overal knisperde de droogte. 

Een steeds grotere wolk trok over het veld van onze overburen, het kwam nog net niet recht over ons huis. Met veel geraas arriveerden observatievliegtuigen, blusvliegtuigen en helikopters met waterzakken die zich leken te richten op een gebied recht voor ons huis, minder dan een kilometer van ons vandaan, net achter de hogesnelheidslijn Bordeaux – Parijs. De buren die ons hadden gewaarschuwd wachtten het niet af en vertrokken met hun honden naar familie twee dorpen verderop. Ik stapte op de fiets om te kijken of ik bovenaan de heuvel waarop we wonen de brand beter kon lokaliseren, maar een afzetting van de Gendarmerie hield me tegen. Het was dichtbij, maar hoe dichtbij bleef nog even onduidelijk. Ik keek bij een stel oudere Britten die verderop aan ons straatje wonen of ze doorhadden wat er aan de hand was. Ze hadden de activiteiten gezien, maar maakten geen aanstalten om in beweging te komen en bleven voorlopig bij het zwembad liggen. 

Ik overlegde met m'n vrouw en m'n broer die toevallig een paar dagen op bezoek was. De rook hing wel erg zwaar in de lucht. De wind leek aan te trekken. Het vuur zou later die avond of ´s nachts vanaf de kant van de enige uitweg op ons af kunnen komen, dus rustig slapen zou sowieso geen optie zijn. We besloten om uit te wijken naar een vakantiehuis van familie op zo'n anderhalf uur rijden en pakten de evacuatielijst erbij. 

Ja, we hadden al een evacuatielijst. In de bijzonder droge zomer van 2022 werd onze streek geterroriseerd door pyromanen. Het was een paar keer per week raak, iedere dag speurden we de omgeving af naar nieuwe brandhaarden. Alle bossen werden tot verboden terrein verklaard. De politie vroeg ons om alle kentekens op te schrijven van auto's die we niet kenden. Er werden zeshonderd militairen in de omgeving gestationeerd om de overvraagde brandweer bij te staan. 

Uiteindelijk werden drie mensen opgepakt en veroordeeld. Een van hen was een pas gescheiden man die het niet kon verwerken dat hij ook nog eens was afgewezen bij de vrijwillige brandweer. Hij stichtte zo'n twaalf branden in de bossen rond ons dorp voor hij dankzij telefoongegevens werd opgespoord. De andere daders waren twee vrouwen van eind vijftig die onafhankelijk van elkaar bekenden tientallen branden te hebben aangestoken. Ze gaven beide hetzelfde motief: verveling. 

Ja, de schuld lag bij pyromanen, maar de langdurige droogte en de reeks hittegolven met temperaturen van boven de veertig graden hadden de risico´s wel vergroot, benadrukte de brandweerleiding na een voor hen slopende zomer. 

Dankzij de evacuatielijst uit 2022 waren onze tassen snel gevuld. We reden tegen een toevloed van brandweerwagens in bij ons dorp vandaan, hopend dat ons huis gespaard zou blijven.

Op ons tijdelijke adres zochten we naar nieuwe informatie via lokale media en gespecialiseerde websites. Er ging veel tegenstrijdige informatie rond over de precieze locatie van de brand. Het gebied ten zuiden van ons dorp is erg dunbevolkt en delen zijn moeilijk toegankelijk. Wegafzettingen hielden iedereen weg uit de bossen. Op de Messenger-groep van de lokale ondernemersvereniging was men vooral bezig frisdrank en drinkwater in te zamelen voor de vierhonderd brandweermensen die inmiddels uit de hele regio waren toegestroomd.  

We gingen uiteindelijk slapen met maar een gedachte: laat de wind niet verder onze kant op draaien. 

De volgende morgen kwamen langzaam berichten dat de wind niet was gedraaid en zelfs helemaal was gaan liggen, wat het blussen bespoedigde. Het sein feu fixé werd gegeven: het terrein van de brand breidde zich niet langer uit. We konden terug, dachten we, nog voor het weer 41 graden zou zijn. 

Bij thuiskomst bleek de straat verlaten en, met het hele dorp, zonder stroom te zitten. Achtergebleven buren waren de vorige avond alsnog gedwongen geëvacueerd, appten ze. Sommigen hadden de nacht doorgebracht bij familie en vrienden in de omgeving. De ouderen Britten lagen urenlang wakker op veldbedden van het Rode Kruis in het schooltje van een nabijgelegen dorp. Onze huizen waren onaangeraakt. We konden wel de volgende dag alle eten uit de vriezers weggooien omdat de stroom er te lang af had gelegen, maar dat is verwaarloosbare schade als je veel erger hebt gevreesd.

Blusvliegtuigen bleven nog een paar uur af en aan vliegen, maar in de loop van de dag verdwenen ze uit de lucht en hoorden we alleen nog bluswagens heen en weer rijden. Feu maîtrisé, meldde de bosbrand-app. Zo'n 250 hectaren zijn afgebrand, is de eindbalans. Er kwamen nieuwe wagens aan: forensische recherche op zoek naar sporen van een oorzaak.

Na een aantal dagen zijn de meeste afzettingen opgeheven en kan ik weer m'n vaste rondje met de hond lopen. De eerste sporen van het vuur zien we volgens de meetlat van Google Maps op 925 meter van ons huis. Op het punt waar de vlammenzee het dichtst bij ons kwam, aan de rand van ons favoriete wandelpad, zijn alle bomen tot op zo´n vier meter hoogte zwart geblakerd. De laatste bladeren die nog aan de toppen hangen zijn verschroeid of uitgedroogd, bij elk zuchtje wind vallen ze alsof de herfst al ver gevorderd is. Tussen de bomen staat geen enkele struik meer, er ligt geen tak meer op de grond, alleen as en wat dode bladeren bedekken de bodem tussen de verkoolde stammen. Rook walmt nog uit bijeengeveegde hoopjes zand. Een bos dat een week eerder nog dicht begroeid, fel groen en vol leven was is nu grauw, doods en stil. Je kijkt dwars door het macabere terrein, alsof er een alles verwoestende oorlog door het gebied is getrokken. Het is een tijdloos landschap, maar wel een dat vooral aan de toekomst doet denken.